Wij spraken Willeke Alberti in Carré, bij het feestelijke welkom van de 125.000ste “De Jantjes’’ bezoeker, over haar rol in de Jantjes en haar toekomstplannen.
De rol in de Jantjes als Ma Druppel is uw droomrol, wat maakt deze rol tot uw droomrol?
‘Deze rol is een van de mooiste vrouwenrollen als je wat ouder bent. Het is verdorie heerlijk om lekker lelijk, nog lelijker te zijn en kleren aan te doen die lekker wijd zitten, dat je niet op hoeft te passen of je er dun of dik in bent. En gewoon lekker plat Amsterdams praten. Dat kost me totaal geen moeite. In Pygmalion begon ik ook op straat en zag ik er smerig uit. Dat is alweer een aantal jaartjes geleden.’
Wat maakt de Jantjes tot een unieke productie?
‘De cast die onder andere Hans Cornelissen heeft uitgezocht is zó goed. We passen erg bij elkaar. We hebben een prachtige ploeg van de cast, het orkest,de techniek en de productie. Samen zijn we één. Elke avond is het een feestje. In deze tijden zijn er veel mensen die verkouden zijn, maar iedereen helpt elkaar met stoomapparaten. Als de ene echt heel ziek is valt de ander gemakkelijk in. Het is zoiets moois, zelfs na alle rollen die ik heb gespeeld. Het is zo’n goed stuk, na al die jaren nog steeds. Ik geniet er zo van elke avond, van mijn collega’s Rosalie de Jong en die prachtige Jantjes bijvoorbeeld.’
Wat zal u gaan missen aan deze productie als het voorbij is?
‘Alles. We kijken er ook met zijn allen erg tegenop. Nu al zijn we verdrietig als er bepaalde liedjes komen. Iedereen staat nu al met tranen in hun ogen, dat wordt nog wat! Je staat elke avond met elkaar op het toneel. We staan in theaters vaak vier avonden, die allemaal bijna of helemaal uitverkocht zijn. En dat hopen we voor Carré ook. De kaartverkoop gaat al goed, maar we hopen ook hier volledig te zijn uitverkocht.’
Zijn er ook leuke blunders gebeurd op het toneel bij deze productie?
‘Genoeg zelfs. Ik heb het zelf gehad bij de première. Aan het einde zeg ik tegen iemand die is overleden ‘Proost, Blauwe’, maar toen zei ik ‘Proost, Schele’. Op dat moment ga je echt dood. Je bent bij de première zo gespannen. Met een foutje als dit wil je door het toneel heen zakken. Met deze rol kan je alles verbloemen. Het is een vrouw die veel drinkt en alles recht voor zijn raap zegt. Foutjes vallen minder op.’
Heeft u moeite met het leren van de scripts?
‘Gelukkig nog niet. Het is veel stampen. Als je het kent snap je niet waarom het in het begin zo moeilijk leek. Het is nog steeds geen routine. Ik ga gewoon leren met iemand samen, dat vind ik prettig. Dat doe ik met mijn collega Carmen Sars. Ik werk al 18 jaar met haar samen. Zij schreef ook mijn boeken. Ze is heel goed in het helpen om mijn script te leren. Ze heeft namelijk heel veel geduld.’
Wat zijn de 3 hoogtepunten in uw carrière, die veel voor u betekent hebben?
‘Jeetje, de zaterdagavondshow met mijn vader is daar een van. Daarnaast de Kleine Waarheid en uiteraard de Jantjes. Rooie Sien vond ik ook fantastisch om te doen. Ook zijn er veel evenementen. Mijn eerste optreden bij mijn comeback na mijn scheiding was in Carré. Ik had veel jaren niets gedaan. Ik werd omarmd, dat was een speciaal moment. Daarom is Carré ook zo magisch voor mij.’
Zijn er nog rollen die u in de toekomst graag zou willen spelen?
‘Op mijn leeftijd is het lastig. Vroeger wilde ik Pygmalion altijd al spelen. Ik ga binnenkort naar Barbara Streisand, waar ik mij erg op verheug. Zij is het enige mens wat ik eens live wilde zien. Die rollen die zij gespeeld heeft, zoals Funny Girl lijken me fantastisch. Maar daar ben ik gewoon te oud voor, haha! Als ik terugkom in een ander leven ga ik die rol spelen. Ik ben een heel gelukkig mens met mijn gespeelde rollen.’
Welke tip zou u jongen mensen mee willen geven die in dit vak zouden willen beginnen?
‘Je moet je beseffen dat het maar voor weinig mensen is weggelegd om beroemd te worden. Als je dit vak met passie kan en mag beleven is dit het mooiste vak van de wereld. Applaus is zo ontzettend verslavend.’