web analytics

Rolf Koster | Je hebt het of je hebt het niet

rolf koster

Na afloop van de première van ‘Wordt u al geholpen?’ spreek ik met Rolf Koster, alias Mr. Humphries. Helaas moet ik het interview na twee vragen afronden, maar ik spreek hem weer op het premièrefeest. Wat volgt is een leuk gesprek met een sympathieke man, die ook ‘in het echt’ de lach aan zijn kont heeft hangen.


Rolf, was het moeilijk om zo’n over de top karakter als Mr. Humphries te spelen?
“Vond je het over de top? Ja?! Nee joh, dat is het natuurlijk ook. Ik vond het niet echt moeilijk, maar heb me wel goed voorbereid thuis. Ik heb veel naar de serie gekeken. Mr. Humphries knikt natuurlijk veel met zijn hoofd. Ook heb ik voor de spiegel zijn loopje gedaan en leren werken met de spleet tussen mijn tanden”.

Is het een kopie geworden van het origineel of heb je er een eigen draai aan gegeven?
“Natuurlijk geef je er altijd een eigen draai aan. Na een kwartier let het publiek daar niet meer op, ze accepteren het. Wat een echt ‘Rolf-ding’ is? De interactie met het publiek. Ik maak oogcontact, probeer met het publiek te spelen en communiceren. Het is een bepaalde manier van spelen. Ik pak de hele zaal, het is niet één op één. Een voorbeeld is de opmerking: ‘Ik ben op zoek naar iemand van hetzelfde geslacht’, waarop ik zeg: ‘Wie niet mevrouw, wie niet?’. Ik zeg het tegen haar, maar ook tegen de hele zaal. Het is de manier waarop je zo’n grap brengt waardoor je iedereen erbij betrekt. Aan het eind speel ik natuurlijk ook echt op het publiek, dan pak ik iemand eruit zoals Corry (publiekparticipatie red.). Ik doe het heel zijdelings in het algemeen en zo haal ik het publiek naar me toe ofzo”.

Wat vond je het lastigst aan de rol van Mr. Humphries?
Het ging eigenlijk vrij naturel. Misschien ligt het gewoon dicht bij me. Het komische ligt me wel. Ik heb naast musicals ook veel komediedingen gedaan. Zo heb ik in een klucht met Jon van Eerd gespeeld. Ik speelde toen een assistent, verpleegster… verpleger. Ik heb feeling met dat soort rollen”.

Dat komische vind je lekker om te doen?
“Ja! Dat heb je volgens mij. Je kunt het ook heel moeilijk aanleren. Als je niet grappig bent en je moet het gaan spelen, dan werkt het niet. Je hebt het of je hebt het niet”.

Hoelang heeft het geduurd voordat jullie niet meer in de lach schoten tijdens de voorstelling?
“We schieten nog steeds wel in de lach, maar dat proberen we bij ons te houden. Het gebeurt wel, maar dat zien de mensen niet. Soms trouwens ook wel. We bijten op onze tong of trekken ons gezicht in een hoek.”

Was je al fan van ‘Are you being served?’
“Ja, ik heb het als kind ook gezien, maar nu kijk er wel met heel andere ogen naar. Het poesje van Mrs. Slocombe… tja, dat realiseerde ik me toen nog niet. Daar was ik te jong voor. Nu kijk ik daar gewoon anders naar”.

Je hebt aardig wat musicals gedaan, maar ook veel komedie. Wat vind je lastiger? Is dat toneel met de interactie met het publiek of is het de combinatie van zang, dans en acteren bij een musical?
“Een danser ben ik niet echt, maar ik vind het serieus spelen eigenlijk moeilijker dan het komedie spelen. Komedie timing is heel erg moeilijk, maar het serieus spelen vind ik echt nog veel lastiger. Het moet naturel zijn. Hier zijn we natuurlijk in karakter, we zijn bijna een soort karikatuur. Als je echt naturel moet spelen, vind ik dat persoonlijk veel lastiger”.

Wat zou je heel graag nog een keer willen doen als je de kans krijgt?
“Ik had ooit in Phantom of the Opera Raoul heel graag willen doen. Daar ben ik nu denk ik te oud voor. Ik moet even zien, maar dat zal het denk ik niet worden. Verder weet ik het niet, ik zie wel wat er op mijn pad komt. Dingen komen vaak op mijn pad, net zoals ‘Wordt u al geholpen?’. Ik ben hier voor gevraagd en ik dacht meteen: ‘Ja, dat ga ik doen!”.

Tot slot, hoe vond je de première gaan vanavond?
“Het was geweldig! Volle bak, dat hadden we nog niet gehad. Gisteravond zat het redelijk vol, vanavond zat het bomvol. We kregen echt een soort golf van warmte over ons heen. Of er dingen misgingen? De tweede helft had ik een paar dingen waarvan ik dacht: ‘Dat kan beter’. Maar dat is niet erg, het gaat elke avond anders. De volgende voorstelling denk ik: ‘Ik ga dit toch even zo of zo doen of zeggen, of iets langer wachten’. Sowieso improviseer je altijd, zoals de grap met Corry en de rekels. Je weet van tevoren niet dat het Corry is die uit het publiek wordt gehaald om mee te doen. En zo proberen we elke avond iets nieuws te verzinnen.”

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>